zaterdag, november 23

Meestal geschreven als Guru poornima.

Goeroe-Poerniemaa wordt traditioneel op de dag van volle maan in de maand van Ashaadh door Hindoe’s gevierd. Ook wel bekend als Wyaas Poerniema, wordt deze dag gevierd in herinnering en verering van de wijze Wéd Wyaas. Hij wordt gezien als de Aadie goeroe (de eerste goeroe) in de Hindoe Dharm die de Wéds classificeerde en de achttien poeraans en de Mahaabhaarat schreef.  
 
Op goeroe-poerniemaa wordt de goeroe vereerd door de discipelen. Op deze dag viert en bekrachtigt men de verbinding tussen leraar en leerling. In een feestelijke sfeer dankt men de goeroe voor zijn niet aflatende beschikbaarheid het licht in de leerlingen te doen ontwaken. Goeroe poerniemaa is een gebeurtenis die sinds onheuglijke tijden wereldwijd in vele tradities gevierd wordt.
 
Het woord ‘goeroe” bestaat uit twee delen waarvan de eerste “goe” wat betekent duisternis of onwetendheid. De tweede deel “roe” duidt op de verwijderaar van onwetendheid of duisternis. Daarom wordt diegene goeroe genoemd die onwetendheid wegneemt. Slechts hij die onze “maayaa” (schijn) wegneemt en die ons naar de allerhoogste in de wereld inspireert en begeleidt is een echte goeroe. Poerniemaa betekent overigens volle maan. 
 
Schoolleraren worden ook goeroe genoemd en zodanig gerespecteerd. De betekenis van het woord goeroe moet hier gezien worden als degene die tijdelijke kennis bijbrengt.
 
Een geestelijke aspirant, ongeacht hoe briljant, kan de hoogste kennis door zijn eigen inspanning nauwelijks of nooit bereiken. Dit is te lezen in Shrimad Bhagwat waarin Djadbharat aan koning Rahoegan openbaart: “O Rahoegan, men kan kennis van aatmaa (ziel) en Parmaatmaa (opperziel) niet door boetedoening, offers, Wédische studie, of verering van water, vuur of de zon bereiken. Maar wanneer het stof van de voeten van een “satpoeroesj” (een goeroe die god heeft bereikt) onze hoofden raakt, dan kunnen wij deze kennis zeker bereiken.”
In wezen kan men slechts verlossing bereiken door een “satpoeroesj” te dienen. Betreden van de weg naar god uitsluitend door zijn eigen inspanningen wordt in kathaa’s (in vertellingen) uit de Oepniesjads vergeleken als lopen op de rand van een scheermes. Aadie Shankaraachaarya (de eerste Shankaraachaarya) heeft ook ooit iets dergelijks gezegd: “Als een persoon, ondanks het bezitten van een knap en gezond lichaam, met bergen rijkdom, zeer veel bekendheid genietend en zelfs als hij Wéds en alle andere geschriften heeft bestudeerd en zelf vele geschriften heeft geschreven, maar zich niet voor een goeroe heeft gebogen, dan heeft hij niets, maar ook niets bereikt.”.
 
Goeroe speelt een essentiële rol in het begeleiden van de aspirant, wanneer hij spoor verliest, wanhopig wordt of eenvoudig weg uitgeput raakt. Hindoegeschriften hebben dergelijke goeroe’s grenzeloos begroet.

In Skand Poeraan vindt men de Goeroe Gietaa, die het volgende beroemde vers bevat dat door alle Hindoe’s wordt bezongen:
 
“Goeroe Brahmaa, goeroer Wiesjnoe, goeroer déwo Mahéshwarah, goeroe saaksjaat par-Brahma, tasmay srie goeroewé namah.”
 
Vertaling: Goeroe is gelijk aan Brahmaa, goeroe is gelijk aan Wiesjnoe, goeroe is gelijk aan Mahéshwar, goeroe is Parbrahma, moge goeroedéw geprezen worden. De tweede regel van het couplet betekent niet letterlijk dat goeroe god zelf is, maar dat hij vereerd wordt alsof god via hem manifesteert. Dit wordt subtiel door een ander beroemde vers geïllustreerd wat bij menige Hindoe’s bekend is:

 “Goeroe Gowiend dono kharre, laagoe kieske paay. Baliehaarie Goeroedéw kie djo Gowiend dieyo bataay.”
 
Vertaling: “Goeroe en Gowiend (God), zijn beiden vóór mij aanwezig, voor wie zal ik eerst neerbuigen? Glorie aan Goeroe aangezien hij me de weg naar Gowiend toonde.

 Behalve het begeleiden van de aspirant op de weg naar god, werpt goeroe licht op de diepgaande betekenissen van de kennis in de enorme serie geschriften. Vandaar dat de Moenddak Oepnieshad dergelijke goeroe als “Shrotriya” bestempelt. (Shrotriya betekent overdrager van de ware betekenissen van geschriften.) Aadie Shankaraachaarya verbiedt zelfs een aspirant te proberen de betekenissen van geschriften zonder een goeroe te ontcijferen. In zijn commentaar op Mantra (1/2/13) uit de Moenddak Oepnishad, zegt hij: “Zelfs als iemand kennis van geschriften bezit, zou hij niet alleen moeten proberen om hun betekenissen te achterhalen. Hij zou de kennis van god slechts door een goeroe moeten verkrijgen.” In hun omgang, hebben andere Aachaarya’s, zoals Raamaanoedj en Niembaark, een goeroe in het bereiken van god zelfs verplicht beschouwd.
 
In het Bhagwad Gietaa (4/34) kunt u het volgende over goeroe lezen:
 
“Tracht de waarheid te vernemen door je tot een geestelijke leraar te wenden. Stel hem in alle bescheidenheid vragen en wees hem dienstbaar. Een zelf verwerkelijkte ziel kan je de kennis overdragen, omdat ze de waarheid heeft doorschouwd.”

 

 

Exit mobile version