De drie meest belangrijke gebeurtenissen in het leven van Sidhaarth Gautam, meer bekend als Gautam Boedh, kwamen op dezelfde dag voor. Zijn geboorte, verlichting en dood (nierwaan), allen vonden in de maand van Wayshaakh, op een volle maannacht (in April/Mei) plaats.
Tevens werd op hetzelfde ogenblik van de geboorte van Sidhaarth Gautam zijn latere vrouw, Yasjodhar, geboren. Dit maakt de dag van Boedh-poerrniemaa of Boedh-djayantie een heilige dag voor Boedhisten.
Sidhaarth wordt gezien als awtaar (= verschijning / nederdaling) van God Wiesjnoe. Hij was geboren in de maand Wayshaakh in 563 voor Chr. in Lumbini van zuidelijk Nepal. Hij was zoon van Koning Shoedhodhan en Koningin Maayaadéwie. Bij zijn geboorte bleek hij de 32 gunstige tekenen (mahaa-wyandjan) van een groot man te dragen. De naam Boedh heeft hij te danken aan “de verlichting” die hij eens op een dag, zittend onder een vijgenboom bij de rivier Nairanjana (lees Nierandjan) bereikte. Boedh betekent “de verlichte”. Tijdens zijn verlichting kwam Sidhaart tot het inzicht wat de oorzaak van alle leed en lijden in de wereld is en vond een eigen manier om hiervan te ontsnappen.
Volgens het Boedhisme, de leer van Boedh, is alle bestaan een lijden. Dit lijden ontstaat door de begeerte naar “het aardse”, waar men nooit genoeg van krijgt. Al het aardse is echter schijn, daarom niet van enige echte waarde. Men moet leren de begeerte kwijt te raken. Zolang dat niet gebeurt blijft de ziel verwikkeld aan de rad der wedergeboorte. Wil je van de eeuwige rad der wedergeboorte losraken dan dien je je lichamelijk leven te beheersen en over te gaan tot volledige meditatie. Zo bereik je het hoogste inzicht, de nierwaan. Nierwaan betekent letterlijk “het uitgewaaid of uitgeblust zijn”, figuurlijk vertaald, “de onthechting van begeerten”. Nierwaan voorziet een toestand van volkomen rust en volmaakte vrede en uiteindelijk de verlossing van de rad der wedergeboorte.