Over het algemeen geschreven als rasgulla.
Benodigdheden:
- 12 deciliter melk
- sap van 1 citroen
- rooswater
- 500 gram basterd suiker
- 4,5 deciliter water
- 2 theelepel zelfrijzend bakmeel
Bereiding:
Kook de melk en voeg daar citroensap toe. Laat deze een dagje staan. Doe de gevormde wrongel in een schone doek en gooi de wei weg. Sluit het doek af en knijp de wrongel droog (resterende wei in de wrongel moet uitlekken).
Kook de volgende dag de suiker, water en het rooswater tot stroop. Rol de wrongel een paar minuten in uw handpalm tot een grote bal.
Meng de wrongelbal met wat meel zodat deze niet uit elkaar valt. Blijf met uw hand rollen.
Laat de wrongelbal 1 tot 2 minuten rijzen en maak daaruit 20 tot 22 even grote rondjes.
Doe er steeds een paar kleine rondjes in de kokende siroop en laat 10 tot 12 minuten meekoken.
Doe de gekookte rondjes (rasgoellaa’s) in een schaal.
Voeg zo nodig na elke keer koken wat water in de siroop toe.
Dien de rasgoellaa’s, als ze klaar zijn, koud op.