Hindoes kennen verscheidene geschriften waaruit ze kennis kunnen uitputten. De meeste Hindoe-geschriften zijn geschreven in de oude Indiase taal, het Sanskriet. In het Sanskriet heten de geschriften ‘sjaastra’s’. De Hindoegeschriften zijn verdeeld in twee groepen, namelijk:
-1-
Shroetie’s, wat wil zeggen “gehoorde” of “geopenbaarde” geschriften.
Dit verwijst naar wijze mensen in de oudheid waarvan men gelooft dat zij Gods woord rechtstreeks hebben gehoord. Tot de Shroetie’s behoren de vier Wéds, de oudst bekende geschriften van India, en in feite van de mensheid. Schattingen spreken over een ouderdom van 8000 jaar, en volgens sommige geleerden bestaat een aantal van deze uitgebreide verzameling heilige teksten zelfs nog langer. Wéd betekent ‘kennis’ of ‘wijsheid’. Er zijn vier Wéds: de Rieg-wéd, de Yadjoer-wéd, de Saam-wéd en de Atharwa-wéd.
Ook tot de Shroetie’s behoren de geschriften die “Oepnieshads” worden genoemd. Oep betekent overeenkomstig, “nie” betekent neer en “shad” zitten, Oepnieshad betekent dus: “volgens of overeenkomstig de leringen die werden ontvangen toen we neerzaten”. De Oepnieshads zijn relatief jong. Deze werden 3000 tot 5000 jaar geleden op schrift gesteld. De onderwerpen die in de Oepanieshads worden behandeld zijn in hoge mate bovenzinnelijk en diepzinnig, bijvoorbeeld: de oorsprong van het heelal, de aard van de godheden, de betrekkingen tussen ziel en ego, de relaties tussen geestelijke en stoffelijke wezens, de bevrijding van de evoluerende entiteit uit de ketenen van maayaa (illusie) en kosmologische vragen.
-2-
Smrieties, hetgeen betekent ‘overgeleverd’. Deze geschriften werden honderden jaren mondeling doorgegeven voordat ze werden opgeschreven.
De Bhagwad-gietaa is een van de belangrijkste Hindoegeschrifen. Hierin openbaart god Kriesjna, één van de awtaars (verschijningen) van god Wiesjnoe, zich aan zijn vriend Ardjoen. Hij is gekomen in een menselijke gedaante, om de mensen te leren hoe ze het kwaad kunnen overwinnen en een plichtsgetrouw leven leiden. Kriesjna legt bijvoorbeeld uit hoe mensen de cyclus van dood en wedergeboorte kunnen doorbreken, voornamelijk door liefhebbende toewijding (bhaktie) jegens hem.
Een ander belangrijk geschrift is ‘Raamaayan’. Deze bestaat uit 24.000 verzen en vertelt het verhaal over god Raam (ook een verschijning van God Wiesjnoe) en zijn vrouw Sietaa (verschijning van Godin Laksjmie). Het geschrift beklemtoont het belang van trouw, liefde en waarheid en laat zien hoe het goede het kwade overwint.
Andere belangrijke geschriften zijn de “Poeraans”, wat “oud” of “behorende tot de oudheid” betekent. Men kent 18 Poeraans die meestal in verband staan met Hindoe-godheden.