De donkere periode (Krishna paksj) van de Hindoe-maand “Ashwien” (september / oktober) wordt aangeduid als Pietra-paksj omdat deze zeer geschikt is om rituelen ter ere van voorouders (sjraadh) uit te voeren.
Men kan binnen de Pietra-paksj de rituelen op de zelfde tiethie uitvoeren waarop de betreffende voorouder is heen gegaan. Als de tiethie van overlijden niet bekend is kan men de rituelen op de laatste dag van de Pietra paksj, op amaawasyaa (nieuwe maan) uitvoeren. Deze dag is bijzonder gunstig voor het uitvoeren van shraadhs voor alle voorouders.
Het is traditie dat tijdens de Pietra paksj, slechts rituelen in verband met voorouders worden uitgevoerd, omdat deze periode niet als gunstige tijd wordt beschouwd om iets nieuws te starten (bijvoorbeeld een bedrijf, nieuw project of investeringen), maar ook niet een huwelijk te sluiten of uitgebreide poedjaa’s (gebedsdiensten / godenvereringen) te houden. De dagelijkse gebruikelijke poedjaa’s kunnen echter gewoon voortgezet worden.
De Sjraadh aan voorouders, is een onderdeel van de “pietrie-rienn” (de verplichtingen ten aanzien van ouders en voorouders). Volgens de religieuze voorschriften rusten de verplichtingen van sjraadh in principe op de schouders van de oudste zoon.
Veelal beperkt de Surinaamse Hindoe in deze tijd zich tot het aanbieden van water aan de voorouders.